De kracht van feedback #5: Hoe gebruik je peerfeedback in je lesprogramma?

Peerfeedback inzetten in je lesprogramma kan ontzettend waardevol zijn. Het geeft je niet alleen de mogelijkheid om het werk van studenten in kortere tijd van meer feedback te voorzien. Het helpt je studenten ook om onmisbare vaardigheden, zoals bijvoorbeeld kritisch denken verder te ontwikkelen. Hoe gebruik je peerfeedback in je lesprogramma? Wanneer werkt peerfeedback optimaal? En hoe begin je met deze feedbackvorm?

Goede feedback helpt een student om zijn of haar werk naar een hoger niveau te tillen. Dat geldt niet alleen voor feedback van een docent. Ook feedback van medestudenten kan een effectieve manier zijn om de student verder te helpen. Dat gaat verder dan alleen het ontvangen van feedback, want ook feedback geven aan een medestudent is leerzaam voor de feedbackgever.

Bij peerfeedback is het dus niet de docent die het werk nakijkt, maar een medestudent. In een vorige blog kun je meer lezen over waarom het nuttig is om peerfeedback te integreren in je lesprogramma. In deze blog gaan we een stapje verder en kijken we wanneer en op welke manier je peerfeedback kunt inzetten.

Wanneer zet je peerfeedback in?

Je kunt peerfeedback in veel verschillende fases van een lesperiode inzetten. In het begin van de lesperiode kun je er door peerfeedback in te zetten achter komen of studenten de succescriteria goed begrijpen. Bovendien draagt het bij aan het begrip van studenten. Later in de lesperiode kan peerfeedback voor de student juist nuttig zijn om hen bijvoorbeeld te helpen om een nieuwe kijk op hun werk te krijgen. Feedback van een medestudent kan op deze manier voor nieuwe inzichten zorgen, waardoor het eindresultaat beter wordt of de student de betreffende vaardigheid beter beheerst.

Hoe start je met peerfeedback?

Het is belangrijk dat peerfeedback op het juiste moment en in de juiste vorm wordt ingezet en dat dit ook op een goede manier met studenten gecommuniceerd wordt. Voor studenten kan het als een extra taak voelen die ze moeten uitvoeren in hun toch al drukke programma. De voordelen die ze ermee behalen moeten dus duidelijk opwegen tegen de tijd die het hen kost om de feedback te geven.

Realiseer je dat je van het inzetten van feedback binnen je lesprogramma een enorm project kunt maken. Dat kan verlammend werken, waardoor je het al opgeeft voordat je goed en wel begonnen bent. En dat is zonde! Accepteer dat starten met (peer)feedback een leercurve heeft en begin klein. Daarmee verlaag je die hoge drempel om te starten bij jezelf!

Stap voor stap naar effectieve peerfeedback

Peerfeedback op een succesvolle manier inzetten is dus absoluut een proces waar je langzaam in groeit en steeds beter in wordt (en dat geldt ook voor je studenten). Je hoeft het niet in één keer goed te doen om de voordelen ervan te ontdekken. Sterker nog, het is vaak beter (en logischer) om het stapje voor stapje op te bouwen en het proces elke keer een beetje te verbeteren. Deze drie stappen vormen de basis:

1. Verhelder leerdoelen en succescriteria
2. Geven en ontvangen van feedback
3. Acteren op de feedback

1. Verhelder leerdoelen en succescriteria

Voor elke feedbackopdracht die studenten doen, is het belangrijk om inhoudelijk naar de opdracht te kijken. Bespreek de succescriteria en/of leerdoelen van de opdracht met de studenten en biedt voldoende ruimte voor vragen.

Alleen als studenten snappen wat de succescriteria zijn, kunnen ze effectieve feedback geven die hun peers helpt om aan die succescriteria te voldoen.

2. Aan de slag met feedback geven

Nu is het tijd om aan de slag te gaan met feedback geven. Dit werkt het beste in een online omgeving, omdat je studenten daarmee tijd- en plaatsonafhankelijk kunnen werken. Daarnaast zorgt het ook voor een beter overzicht voor de ontvangende student zodat hij/zij er beter naar kan acteren. Als docent kun je ook vinger aan de pols houden door mee te kijken en bij te sturen waar nodig.

3. Acteren op de feedback

Nu de student de feedback heeft ontvangen en duidelijk is dat hij of zij de feedback goed begrepen heeft, is het tijd om de feedback te verwerken. De student gaat nu acteren op de feedback. Online tools geven de mogelijkheid om een opdracht opnieuw in te leveren of te reflecteren op de feedback. Dit zorgt ervoor dat er echt wat gedaan wordt met de feedback.

Nadat deze stap is uitgevoerd, zal de student in sommige gevallen ook direct een eindproduct inleveren.

Wil je ons nieuwe feedbackplatform gratis testen? Meld je aan

Het peerfeedback proces verbeteren

Als je een stapje verder wilt gaan en meer uit peerfeedback wilt halen, kun je één of meerdere van deze best practices toepassen.

1. Zorg dat studenten weten wat goede feedback inhoudt

Om de feedback zo effectief mogelijk te maken, is het belangrijk dat studenten inzien dat feedback alleen nuttig is als ze elkaar goede feedback geven. Zo moet de feedback concreet zijn en gericht zijn op de taak. Lees meer over waar goede feedback aan moet voldoen.

Ga er niet klakkeloos vanuit dat je studenten snappen hoe goede feedback in elkaar steekt. Je kunt de criteria voor goede feedback beter iets te vaak herhalen dan te weinig. Begin daarom altijd met de criteria voor goede feedback omschrijven.

Vergeet niet om de voorwaarden voor goede feedback met de hele klas te bespreken. Geef studenten hierbij de mogelijkheid om vragen te stellen als een bepaalde voorwaarde nog niet helemaal duidelijk is. Dit kost even tijd, maar het zorgt uiteindelijk voor betere feedback. En daar heb je het hele jaar profijt van.

2. Oefen met feedback geven

Oefening baart kunst en dat gaat bij feedback geven ook zeker op. Merk je dat studenten het lastig vinden om elkaar goede feedback te geven? Oefen dan eens in de klas met een voorbeeldopdracht waar ze de voorwaarden voor feedback én de succescriteria moeten gebruiken om feedback te geven.

3. Feedback bespreken

Het bespreken van de feedback kan nuttig zijn als studenten nog niet gewend zijn aan feedback geven. Nadat studenten feedback gegeven hebben op elkaars werk, kan het daarom nuttig zijn om die feedback te bespreken. Het is het belangrijk om eventuele vragen tijdig te beantwoorden en twijfels weg te nemen. Door na te bespreken kun je er achter komen of de feedback is begrepen en de student verder kan met de opdracht.

4. Terugkijken op resultaten

Als je net begint met het inzetten van (peer)feedback in je lesperiode kan het verstandig zijn om samen met studenten terug te kijken op het proces en de resultaten. Welke feedback hebben studenten gekregen? Hoe hebben ze dit vervolgens gebruikt om hun werk te verbeteren? Om dit proces op een efficiënte manier te organiseren is het handig om studenten van tevoren te vragen om na te denken over deze vragen en concrete voorbeelden aan te dragen. Door tijd te besteden aan het terugkijken, bied je studenten de mogelijkheid om dieper te reflecteren op hun werk én het feedbackproces.

Gebruik het feedbackplatform van The Markers

Hoe maak je het proces van (peer)feedback geven nou zo makkelijk mogelijk? The Markers biedt uitkomst. Met het platform kun je eenvoudig feedback in je lesprogramma verwerken. Niet alleen peerfeedback, maar ook zelffeedback en docentfeedback zijn geïntegreerd in het platform. We weten dat je als docent veel ballen hoog te houden hebt en dat tijd niet altijd in overvloed aanwezig is. Daarom is het platform gemakkelijk in gebruik. Geen ingewikkelde processen, maar doelgerichte functionaliteiten die jou helpen om jouw doelen te halen.