The Markers
Menu Close
Inloggen Plan een demo
Zet mij op de wachtlijst
De leraar als formatief coach

5 slimme manieren om effectief formatief te toetsen tijdens de les

Door Yori Högemann 10 april 2020

Nederland kent een toetscultuur. Toetsen worden met name gebruikt om aan het einde van een periode te meten in welke mate studenten de leerstof van de afgelopen tijd beheersen. Jammer, want toetsen kun je ook inzetten als instrument om feedback te geven. In deze blog delen we 5 concrete manieren waarmee je snel en op een effectieve manier aan de slag kunt met formatief toetsen in jouw lessen.

Benieuwd hoe feedback geven écht effectief wordt? Probeer gratis onze feedbacktool uit!

Waarom formatief toetsen?

Summatief toetsen is op veel scholen de norm. Studenten krijgen aan het eind van een hoofdstuk een toets over de stof uit dat hoofdstuk. Voor die toets krijgt iedere student een cijfer dat aangeeft in hoeverre hij de stof beheerst. Bij formatief toetsen draait het niet alleen om cijfers, maar staat vooral de feedback centraal. Een formatieve toets geeft studenten inzicht in hun eigen leerproces (o.a. Hattie & Timperley, 2007; Wiliam & Leahy, 2015). Dat heeft drie belangrijke voordelen:

  1. Het geeft aan waar een student staat.
  2. Het is inzichtelijk waar een student naartoe werkt.
  3. Het helpt je om je studenten feedback te geven om nog niet behaalde leerdoelen alsnog te halen.

Maar hoe gebruik je formatieve toetsen in je lessen? Deze 5 manieren helpen je om op een effectieve manier formatief te toetsen.

1. Bewijs van leren met de leerdriehoek

Wat hebben studenten geleerd in deze les? Een belangrijke vraag om jezelf te stellen als docent, maar het is minstens zo belangrijk om die vraag aan je studenten te stellen. Daarvoor kun je de leerdriehoek van het SLO gebruiken. Deze driehoek bestaat uit drie delen:

  1. Boven: Eén ding dat ik al wist
  2. Midden: Twee vragen waar ik graag antwoord op wil
  3. Onder: Drie dingen die ik deze les heb geleerd.
De leerdriekhoek van het SLO
Leerdriehoek (bron: SLO)

Vraag je studenten aan het eind van de les de verschillende vakken van de driehoek in te vullen. Aan de hand van de ingevulde leerdriehoeken krijg je inzicht in wat je studenten geleerd hebben en waar ze nog moeite mee hebben. Deze informatie kun je ook gebruiken om je vervolglessen in te plannen.

2. Even schrijven en/of tekenen

Als je voorafgaand aan een les inzicht hebt in wat studenten al weten over het onderwerp van de les, kan dat de les een heel andere wending geven. Bijvoorbeeld omdat je er achter komt dat je studenten al goed op de hoogte zijn van het onderwerp, zodat je de diepte in kunt. Of dat je juist de basis moet toelichten en flink moet oefenen omdat dit bij veel studenten nog niet duidelijk is. Deze teken- of schrijfopdracht voorafgaand aan je les helpt je om juist dat inzicht te krijgen.

Hoe doe je dat?
Geef de studenten bij binnenkomst allemaal een vel papier. Als iedereen zit, vertel je het onderwerp van deze les en vraag je je studenten om in twee of drie minuten zoveel mogelijk op te schrijven of te tekenen. Dat kan algemeen (schrijf zo veel mogelijk op wat je al weet over onderwerp X) of door een specifieke vraag of stelling over dat onderwerp voor te leggen. Benadruk bij de studenten die gaan schrijven dat het bij deze opdracht niet gaat om perfecte teksten zonder spelfouten, maar de tekst moet wel leesbaar zijn. Deze korte introductie geeft jou inzicht in het niveau van je studenten. Je hebt hierdoor de mogelijkheid om de les aan te passen aan dat niveau.

De beste tips om aan de slag te gaan met feedback direct in je mailbox?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief. Je krijgt dan van ons elke maand een mailtje met concrete tips voor meer feedbackgedreven onderwijs.

3. Stel vragen

Door vragen te stellen, leer je. En dat geldt niet alleen voor studenten, maar ook voor jou als docent. Door studenten de juiste vragen te stellen, leer je waar ze naartoe werken, waar ze nu staan en hoe je kunt helpen om de student zijn leerdoelen te laten halen. Maar hoe kun je het stellen van vragen in een alledaagse les verwerken?

Hoe doe je dat?
Bereid voor elke les vijf tot zeven (meerkeuze)vragen voor. Deze vragen stel je aan het eind van de les aan je studenten. Dit werkt het beste digitaal, maar met wat papier en stiften kom je ook al een heel eind. Zorg dat tweederde van de vragen gaan over het onderwerp van de les die je net gegeven hebt en de overige vragen over het geplande onderwerp van de volgende les. Bedenk je bij het opstellen van de vragen dat het niet alleen belangrijk is om kennisvragen te stellen, maar ook vragen waarbij je kunt ontdekken of studenten de stof écht snappen en en kunnen toepassen.

Laat de vraag op het digibord verschijnen en studenten tegelijkertijd hun antwoord noteren. Herhaal dit met alle vragen. Je krijgt dan vier belangrijke inzichten over waar je studenten staan in het leerproces:

  1. Begrijpen studenten de stof uit deze les?
  2. Kun je in de volgende les aan een nieuw hoofdstuk/onderdeel beginnen?
  3. Of beheersen je studenten de inhoud uit die les ook al?
  4. Zijn er studenten die extra uitleg nodig hebben over de lesstof?

Door deze vragen te stellen, weet je niet alleen waar de studenten staan, maar kun je ook nog eens beter inspelen op hun leerbehoeftes.

4. Feedback van klasgenoten

Als docent ben je wellicht gewend om zelf het werk van studenten na te kijken en feedback te geven op de opdrachten en toetsen die gemaakt worden. Maar je kunt ook gebruik maken van peerfeedback, oftewel: feedback door studenten. Peerfeedback is heel nuttig omdat studenten door te reflecteren op elkaars werk ook direct leren hoe ze hun eigen werk kunnen verbeteren. Er zijn veel verschillende mogelijkheden om peerfeedback in je klas toe te passen. We leggen er hier één uit.

Hoe doe je dat?
Koppel willekeurig twee studenten aan elkaar en geef ze de tijd om elkaars opdracht door te nemen. Geef ze vervolgens de taak om twee positieve punten te noteren en één verbeterpunt op het werk van de klasgenoot. Hiermee voorkom je dat een student te veel negatieve feedback ontvangt of dat een student juist alleen maar positieve punten terugkrijgt.

Laat de studenten de feedback in tweetallen bespreken. Laat ze benoemen wat er goed ging en wat nog aandacht nodig heeft. Eventueel kun je punten die je bij veel studenten ziet terugkomen klassikaal bespreken of terug laten komen in een volgende les.

5. Observeren

Soms kun je ontzettend veel leren door bewust te observeren. Je kijkt dan vanuit bepaalde criteria naar wat je wilt weten van de studenten en noteert je observaties. Die punten gebruik je vervolgens om na te gaan in hoeverre studenten de stof begrepen hebben.

Hoe doe je dat?
Loop tijdens het zelfstandig oefenen van studenten rond en ga op zoek naar fouten. Wie begrijpt het onderwerp nog niet en wat begrijpt hij precies niet? Grijp niet in, maar noteer alleen wat je ziet. Noteer ook de namen van de studenten die datzelfde onderwerp al wel snappen én schrijf op welke vragen er zijn. Hoe je dat doet is afhankelijk van wat je zelf prettig vindt. Een aantal opties:

  • Hou per student een kaart bij met je observaties per les.
  • Noteer per oefening welke studenten de stof onvoldoende, voldoende of goed beheersen.
  • Maak een overzicht van je observaties in een excel-document.

Vergeet niet om ook daadwerkelijk iets met je observaties te doen. Benoem bijvoorbeeld de veelgemaakte fouten aan het einde van de les of besteedt er aandacht aan tijdens de volgende les. Observatie is ook een goed startpunt om een volgende keer gedifferentieerder les te kunnen geven. Omdat je weet welke student waar afhaakt, kun je groepjes vormen van studenten die de stof wel en niet onder de knie hebben.

Effectief formatief toetsen met The Markers
  • Geschreven door Yori Högemann
    Co-founder van The Markers

  • Neem contact op met yori
    06-41848477
    yori@themarkers.nl

Contact

020-2611862 info@themarkers.nl

Bos en Lommerplantsoen 3P
1055 AA, Amsterdam

Bronnen

Blog Blijf op de hoogte

Bedrijf

Privacy verklaring Privacy verklaring student Cookie-instellingen